DUTCH
CBK Dordrecht
2007
Human Rights Monument
My proposal consists of a mobile monument.
This sculpture will be seen throughout the city, in contrast to classical
monuments that are always static. Moreover, the monument will actively
seek those places where its message can be read.
For instance, it will be visible to both domestic and commuter traffic
when the Piaggio scooter is strategically positioned on a viaduct.
It can also appear on a local market or during an event that is organised
by Amnesty International. This monument literally brings its message –
the text of the Universal Declaration of Human Rights – to the people.
Apart from the newspaper text on its roof, the trailer will also contain
a collapsible stand, which can be used for creating additional publicity.
The mobile monument will be able to operate within a radius of 20 kilometres
around Dordrecht. It will also be possible to park the scooter at a strategic
place and to pick it up a few days later. Parking on the pavement is permitted.
In addition, it is possible to apply for a special permit for driving
in pedestrian areas.
Apart from the Universal Declaration of Human Rights, the text also includes
a web contact address. Volunteers can register on this simple website
to participate in the mobile monument project, and other information is
also available.
Finally, it is possible to reflect current events and to adapt the text
paper.
A Piaggio scooter with a lock-up trailer
20, 12-volt batteries
A double-sided illuminated news trailer
A folding market stall
A website
Ten years maintenance, storage and insurance
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN, Geneve, 1948)
Artikel1
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij
zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander
in een geest van broederschap te gedragen.
Artikel 2
Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring
opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur,
geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale
of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.Verder
zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of internationale
status van het land of gebied, waartoe iemand behoort, onverschillig of
het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan
wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat.
Artikel 3
Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn
persoon.
Artikel 4
Niemand zal in slavemij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel
in iedere vorm zijn verboden.
Artikel 5
Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke
of onterende behandeling of bestraffing.
Artikel 6
Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend
te worden voor de wet.
Artikel 7
Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op
gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming
tegen iedere achterstelling in strijd met deze Verkladng en tegen iedere
ophitsing tot een dergelijke achterstelling.
Artikel 8
Een ieder heeft recht op daad"rkelijke rechtshulp van bevoegde nationale
rechterlijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de
grondrechten hem toegekend bij Grondmet of wet.
Artikel 9
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of
verbanning.
Artikel 10
Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare
behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke
instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij
het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging.
Artikel 11
Een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervoigd, heeft er recht
op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de
wet bewezen wordt in een openbare rechtszifting, waarbij hem alle waarborgen,
nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend. Niemand zal voor schuldig
gehouden worden aan enig strafrechtelijk vergdjp op grond van enige handeling
of enig verzuim, welke naar nationaal of intemationaal recht geen strafrechtelijk
vergdjp betekende op het tijdstip, waarop de handeling of het verzuim
begaan werd. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die,
welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was.
Artikel 12
Niemand zal onderworpen worden aan wiliekeurige inmenging in zijn persoonlijke
aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch
aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke
inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet.
Artikel 13
Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven
binnen de grenzen van eike Staat.
Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te
verlaten en naar zijn land terug te keren.
Artikel 14
Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten
tegen
vervolging. Op dit recht kan geen beroep gedaan worden ingeval van strafvervolgingen
wegens misdrijven van niet-politieke aard of handelingen in strijd met
de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.
Artikel 15
Een ieder heeft het recht op een nationaliteit.
Aan niemand mag Wliekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het
recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.
Artikel 16
Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst,
hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en
een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft,
tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming
van de aanstaande echtgenoten.
Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij
en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat.
Artikel 17
Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen.
Niemand mag vallekeurig van zijn eigendom worden beroofd.
Artikel 18
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;
dit recht
omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen,
aismede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar
als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden
door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst
en de inachtneming van de geboden en voorschriften.
Artikel 19
Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht
omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door
alle middefen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen,
te ontvangen en door te geven.
Artikel 20
Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering.
Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.
Artikel 21
Een ieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land,
rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers.
Een ieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten
tot de overheidsdiensten van zijn land.
De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering;
deze zal zal tot uiting komen in periodieke en eedijke verkiezingen, die
gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en
bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de vrijheid
van stemmen verzekert.
Artikel 22
Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid
en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en
internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de huipbronnen
van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten,
die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing
van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.
Artikel 23
Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtvaardige
en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.
Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor
gelijke arbeid.
Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige
beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke
beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden
aangevuld.
Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij
aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.
beroepsopleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hogeronderwijs
zal gelijkelijk openstaan voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit.
Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke
persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid
en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen
en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving
van de vrede steunen.
Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding
en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.
Artikel 27
Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele
leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben
aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan.
Een ieder heeft recht op de bescherming van de geestelijke en materiele
belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk, letterkundig of artistiek
werk, dat hij heeft voortgebracht.
Artikel 28
Een ieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke
en internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in deze Verklaring
genoemd, daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt.
Artikel 29
Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije
en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.
In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder slechts
onderworpen zijn aan die beperkingen welke bij de wet zijn vastgesteld
en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging
van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde
eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een
democratische gemeenschap.
Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd
met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.
Artikel 30
Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat
welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen
om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten,
die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring
genoemd, ten doel hebben.
back
to top
|
|
|