play movie

Opposites Attract. On dialectics.

Door Joke J. Hermsen

De afgelopen zes weken vond er in de Veemvloer in Amsterdam een bijzondere expositie plaats. De curator Christine Sluysmans had voor deze dubbel-tentoonstelling een pittig filosofisch thema uitgekozen, en wel de dialectiek. Geinspireerd door het schilderij 'La Dialettica' van Paulo Veronese, waarop een vrouw aan het spinneweb te zien is - symbool voor vergankelijkheid en verloop van tijd - nodigde zij een twintigtal beeldend kunstenaars uit om rond het thema dialektiek een werk te maken. Maar wat betekent dialectiek precies?

De dialectiek is eenvoudig gezegd een denkmethode om de wereld te interpreteren. Deze vertrekt van het axioma dat alles in een permanente staat van verandering en beweging is. Daarnaast legt de dialectiek uit dat verandering en beweging tegenstellingen inhouden en enkel kunnen plaatsvinden dankzij tegenstellingen. Daarom wordt de dialectiek ook wel de logica van de tegenstelling genoemd. Vandaar de titel van de tentoonstelling, Opposites Attract. De Duitse filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1779-1831) meende dat de dialectische methode het best geschikt was om een nieuwe visie op een zaak te ontwikkelen. Hij ging ervan uit dat alles wat bestaat in relatie staat tot elkaar. Het gaat er alleen om die relaties te ontdekken. Relaties kunnen alleen bestaan tussen dingen, mensen of standpunten die van elkaar zijn gescheiden. Om greep op die relatie te krijgen, moet je je als het ware eerst buiten je eigen positie begeven.


Dat doe je door het tegendeel, een tegengesteld standpunt, ervan in het oog te nemen. Vervolgens ontdek je een nieuwe relatie tussen dat waar je eerst was en dat waar je nu bent.
Volgens Christine Sluysmans kent deze tijd een sterk dialectisch karakter, dat naar voren komt in tal van nieuwe tegenstellingen, tussen bevolkingsgroepen, religies, stad en platteland, een tijd kortom waarin tegenpolen elkaar ontmoeten en dialogen meer nodig zijn dan ooit. Zij bracht in deze dubbel-tentoonstelling, die geheel in lijn met de thematiek in twee delen was opgesplitst, achttien kunstenaars samen, die volgens haar werk maken dat vanuit artistiek-inhoudelijk oogpunt een sterk dialectisch karakter heeft. Sommige van hen maken werk dat raakt aan de Platoonse versie van dialectiek, waarin het debatteren vanuit tegenstellingen centraal staat op zoek naar een hoger inzicht. Want dialectiek is veel ouder dan de filosoof Hegel. Bij de Grieken werd er simpelweg een redeneervorm mee bedoeld, die door middel van het gebruik van tegenstellingen naar waarheid probeert te zoeken. Het woord dialectiek gaat terug op het Griekse dialegomai, 'converseren', evenals dialoog en dialect. Dialectiek verwijst uiteindelijk naar het voeren van een gesprek, een dialoog met elkaar, waarbij men niet zozeer elkaars standpunten bevestigt, maar juist kritisch onder de loep neemt. Andere kunstenaars maken volgens Sluysmans werk dat eerder associaties oproept met Hegels uitleg: metafysisch van karakter en gericht op continue verandering en ontwikkeling van denken en van de wereld, ten gevolge van tegenstellingen. Het resultaat van deze dubbel-tentoonstelling was, dankzij of ondanks het zwaar filosofische vertrekpunt, een interessante en ook heel spannende gebeurtenis te noemen.

Hoe verschillend het werk van de deelnemende kunstenaars ook was, bij beide exposities heerste tussen alle verschillende disciplines van schilderkunst, fotografie, installaties en media-kunst een prachtig evenwicht. Zo maakte Sara Nuytemans een installatie waarbij twee grote, houten boxen aan het plafond opgehangen waren en waaruit af en toe vreemde klop geluiden te horen waren. Tegenover de houten boxen stonden twee video-schermen opgesteld waarop links een naakte man en rechts een naakte vrouw te zien waren, die in een soortgelijke houten box opgesloten leken te zitten en al kloppende op de houten wanden vergeefs contact met elkaar te maken. Al na een paar seconden vraag je je als toeschouwer serieus af of die twee nu echt in de houten boxen boven je hoofd hangen of niet, waarmee Nuytemans ook nog eens de tegenstelling tussen schijn en werkelijkheid deconstrueert. Het duo MariaMaria maakte twee fotografische tweeluiken, waarop twee vrouwen te zien waren die in een ogenschijnlijk identieke omgeving terecht waren gekomen, zonder zich de lichte verandering die er ondertussen had plaatsgevonden te bemerken. Als toeschouwer krijg je zin de vrouwen erop te wijzen, dat de hen omringende bomen ondertussen echt van plaats veranderd zijn, terwijl zij zelf nog quasi naief op dezelfde plek staan.

Jaap de Jonge liet op subtiele wijze het dialectisch proces in taal zien, door een oxymoron als uitgangspunt te nemen, dat wil zeggen, een stijlfiguur die uit twee elkaar tegensprekende woorden bestaan. Hij maakte een installatie aan de muur, waarop de twee verlichte woorden ‘vol’ en 'ledig' hun tegenstelling poogden te overbruggen door elkaar voortdurend behoedzaam te naderen om slechts af en toe voor de duur van een seconde gezamenlijk de synthese, namelijk de oxymoron ‘volledig’ te maken.

Zo probeerde ieder vanuit zijn eigen discipline iets als een dialectisch proces zichtbaar te maken. De dubbel-tentoonstelling werd afgesloten met een debat, waar de deelnemende kunstenaars voor een zaal met publiek hun werk en de mogelijkerwijs daarin besloten liggende dialectische uitgangspunten nader kwamen toelichten.

De vraag die bij het debat centraal stond was: 'wat is er eigenlijk zo fascinerend aan het tegenoverstaande dat het zo'n aantrekkingskracht op ons uitoefent?' Werken de kunstenaars inderdaad op de manier van Hegel, die twee tegenoverstaanden als het ware wilde opnemen in een derde term, de synthese, of moet je dit anders zien, en wordt kunst niet zozeer vanuit een synthese geboren, maar meer vanuit de spanningsverhouding tussen twee tegengestelde begrippen. Je zou immers kunnen zeggen dat de ruimte of de dimensie van het tegenoverstaande, die de kunst op zoekt, weliswaar een sterke aantrekkingskracht uitoefent, maar tegelijkertijd nooit helemaal in te lijven valt, met andere woorden onbheersbaar of onbewoonbaar is, zoals bijvoorbeeld in de tegenstelling zegbaar-onzegbaar, of bekend-onbekend, of verbeeld-nog niet verbeeld. Kan de kunstenaar die andere, tegenovergestelde dimensie van het onzegbare of onuitbeeldbare opnemen in zijn werk of kan hij of zij alleen de spanning van de tegenstelling zelf laten voelen. Veel deelnemende kunstenaars waren die laatste mening toegedaan. Op gegeven moment onsteeg het debat de strikt dialectische kwestie en werd het een meer algemeen, of in sommige gevallen, juist heel persoonlijk gesprek over kunst en creativiteit. Na afloop bleek in ieder geval dat zo’n debat of gesprek, waarbij de kunsteaars als het ware vanachter hun werk naar voren treden en proberen te verwoorden waarom zij maken wat zij maken, door het publiek zeer op prijs werd gesteld. Het voegde nog iets wezenlijks toe aan een toch al boeiende expositie.

De tentoonstelling 'Opposites Attract. On dialectics.' was te zien tot 15 februari in de Veemvloer in Amsterdam. Website: www.veemvloer.nl.

Joke J. Hermsen is filosofe en romanschrijfster en publiceert geregeld in diverse landelijke media. Website: www.jokehermsen.nl