nederlands

Shadow Machine

Positioned at the centre of four rotating conveyor belts bearing dozens of tree shapes, a halogen lamp casts shadows onto the wall opposite. The size and speed of the tree silhouettes evoke a three-dimensional world that the viewer/traveller enters in his mind’s eye. After years spent roaming the world of the multimedia by Jaap de Jonge, this work marks my return to one of the basic principles of film: conjuring up a reality by projecting shadows onto a wall.

The artwork can also be regarded as a commentary on one of the first texts about reality’s interpretation: the allegory of Plato’s Cave.
In this allegory, a group of people sit chained opposite a rock face. They can only look straight ahead. Behind them is a fire. Behind the fire passes a procession of helpers carrying all kinds of objects, the shadows of which are projected onto the rock face. The cave dwellers believe that these shadows constitute reality.

Illusion and reality meet in the Shadow Machine. This artwork creates the illusion of an endless journey through a snowy landscape.
Here, you can allow yourself to be transported, to travel through this shadowy scene without ever going anywhere. Yet the mechanism simultaneously divulges the details of the secret of how this reality is made from mere light and shade.

In other words: the cave dwellers/viewers are no longer chained to the rocks; instead they see before their very eyes how, rather than being a fixed given, reality is something that is constructed and suggested. In short, reality with a capital “R” does not exist but must always be interpreted.

Joke J. Hermsen







Schaduwmachine.


Een halogeenlamp, geplaatst in het centrum van vier draaiende transportbanden waaraan tientallen boomfiguren zijn bevestigd zijn, projecteert schaduwen op een tegenoverliggende wand. De grootte en snelheid van de boomsilhouetten roepen een 3 dimensionale wereld op, waarin de toeschouwer/reiziger zich verplaatst. Met dit werk keert Jaap de Jonge, na jaren van multi-mediale rondzwervingen, terug naar een van de oerprincipes van de film: het oproepen van een werkelijkheid door middel van het projecteren van schaduwen op een wand.

Het kunstwerk kan ook gezien worden als een commentaar op een van de eerste teksten over de interpretatie van de werkelijkheid: de mythe van de grot van Plato. In deze mythe zit een groep mensen vastgeketend tegenover een rotswand. Zij kunnen alleen voor zich uit kijken. Achter hen brandt een vuur. Daarachter trekt een stoet helpers voorbij, die allerhande voorwerpen met zich meedragen en waarvan de schaduwen op de rotswand geprojecteerd worden. De grotbewoners denken dat deze schaduwen de werkelijkheid vormen.
In de Schaduwmachine worden illusie en werkelijkheid samengebracht.

Het kunstwerk roept de illusie van een eindeloze reis door een sneeuwlandschap op. Aan de ene kant kun je je laten meevoeren, op reis gaan door dit schaduwenlandschap, zonder ooit ergens aan te komen. Tegelijkertijd geeft het mechaniek ook in detail het geheim prijs hoe deze werkelijkheid met slechts licht en schaduw geschapen wordt.

De grotbewoners/toeschouwers zijn met andere woorden niet langer vastgeketend aan de rotsen, maar zien voor hun ogen hoe de werkelijkheid niet zozeer een vaststaand gegeven is, maar iets dat geschapen en gesuggereerd wordt.
Dé werkelijkheid kortom bestaat niet, maar moet altijd geinterpreteerd worden.

Joke J. Hermsen