Een lichtkunstwerk

De Buurkerk is de oudste van de vier middeleeuwse parochiekerken van de stad Utrecht. Tegenwoordig biedt de kerk onderdak aan het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement. De Buurkerk staat grotendeels ingebouwd tussen de omringende huizen en is maar vanaf enkele plaatsen goed te zien. De toren van de Buurkerk is het meest beeldbepalende element voor de stad, en daarom de beste plek om aandacht te vragen voor het lichtkunstwerk. Naast vier gewijde kerkklokken hingen er vroeger in de Buurkerk twee ongewijde stadsklokken: de banklok, die geluid werd bij allerlei openbare aangelegenheden, en de waakklok, die aangaf wanneer de stadspoorten moesten worden geopend en gesloten. In de loop der jaren verdwenen de meeste klokken naar andere torens binnen of buiten Utrecht. Het Utrechts Klokkenluiders Gilde initieerde begin jaren negentig een groots restauratieproject om de klokken van de Buurtoren weer op hun historische plek terug te brengen: het Utrechts Klokkenplan. Op 1 juli 2002 werden de gerestaureerde geluien van de Buurtoren, met opnieuw vijf klokken, in gebruik genomen. De klokken worden elke zaterdagnamiddag 10 minuten geluid, ter aankondiging van de zondagsviering, en af en toe ter aankondiging van een bijzondere raadsvergadering of andere gelegenheid. De klassieke klokkenfunctie van het aangeven en slaan van het uur wordt echter niet meer vervuld.








Het lichtkunstwerk Klankkleur en klokkentijd speelt in op de verschillende functies van de kerkklokken, die vroeger bestonden uit zowel het aangeven van het uur, dus het verstrijken van tijd, als het aandacht vragen voor bepaalde openbare aangelegenheden en gebeurtenissen. Het lichtkunstwerk wil de oude kloktijdfunctie die de Buurkerk thans niet meer vervult juist weer terug in de herinnering roepen, door met een lichtspel het verstrijken van de tijd op de acht vlakken tellende torenspits uit te beelden. In een subtiel lichtschema van nachtblauw tot zonnegeel wordt per uur het verstrijken van een etmaal verbeeld. Daarnaast zal er op elk heel uur, kwartier, half uur en driekwartuur vanuit het opengewerkte puntje van de spits en de galmgaten van de banklok eronder de tijd worden aangegeven in een halve minuut durend lichtspel, dat varieert op een specifieke kleur uit het etmaalspectrum: blauw voor het hele uur, zachtpaars voor het kwartier, geel voor het halve uur en oker voor het driekwartuur. Hoewel men de tijd tegenwoordig niet meer kan horen slaan, zoals vroeger, noch aflezen aan een klok op de toren, kan men de tijd zo wel weer op bepaalde manier aflezen aan dit lichtspel. Bovendien wordt in de ritmische lichtchoreografie van het halve minuut durend lichtgelui in het puntje van de toren het klassieke klokkenspel nogmaals in herinnering geroepen.
Al met al zal het beeldbepalende element van de Buurkerk - de torenspits - op subtiele, fraaie wijze worden aangelicht, en zal de oude functie van het klokkenspel – het aangeven van de tijd door middel van klank - op verschillende manieren in licht en kleur in herinnering worden geroepen. Daarnaast verbindt dit lichtkunstwerk de ritmiek van de tijd aan de intensiteit van het licht en zal men bovendien in de buurt van de Buurkerk weer ongeveer kunnen inschatten hoe laat het is.